DE BELANGRIJKSTE BEOORDELINGSPUNTEN BIJ BRANDWERENDE OPSLAGEN VOLGENS PGS 15.
(o.b.v. een stalen hoofddraagconstructie).
Uiteraard zijn er vele manieren om een opslagvoorziening brandwerend uit te voeren maar aan een viertal zeer basale en belangrijke punten dient altijd voldaan te worden.
1. Alle units moeten worden geleverd met een constructieve sterkteberekening volgens het Bouwbesluit.
Voor stalen hoofddraagconstructies geldt dan dat de berekening minimaal conform de onderstaande NEN-normen moet zijn uitgevoerd:
- NEN 6702 TGB 1990 Belasting en Vervormingen
- NEN 6770 TGB 1990 Staalconstructies
- NEN 6771 TGB 1990 Staal Stabiliteit
- NEN 6772 TGB 1990 Staal Verbindingen
2. De brandwerendheid van een stalen hoofddraagconstructie op het criterium “bezwijken” moet zijn bepaald volgens de NEN-norm 6072, de rekenkundige bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen, staal-constructies (of o.b.v. de relevante Eurocodes en Europese normen)
Hierbij dient in de berekening betrokken te zijn dat de stalen hoofddraagconstructie het gewicht van de daaraan bevestigde ruimte-afsluitende bouwdelen, bijvoorbeeld sandwichpanelen en/of deuren, ingeval van een brandbelasting “van binnenuit” én ingeval van een brandbelasting ‘van buitenaf” gedurende tenminste 60 minuten zal kunnen dragen en niet zal bezwijken.
Moet de hoofddraagconstructie ook het totale gewicht van de in opslag genomen pallets en/of IBC’s dragen, dan moet deze belasting ook in de berekening zijn meegenomen.
Een fabrikant kan om een bepaalde mate van brandwerendheid op het criterium “bezwijken” te behalen er voor kiezen om:
- een hoofddraagconstructie te overdiminsioneren,
- een hoofddraagconstructie van een brandwerende bekleding te voorzien , of
- een hoofddraagconstructie brandwerend te coating.
M.b.t. het brandwerend bekleden en/of het brandwerend coaten van een stalen hoofddraag-constructie geldt dat er en aantal zaken vooraf bekend en berekend dienen te zijn.
Dit zijn onder andere de toegepaste staalprofielen (per profiel kan de vereiste laagdikte van een bekleding of coating verschillen), het aantal zijden dat direct met de verwarmingsbron in aanraking kan komen en de omgeving c.q. situatie (belastingen!) waarin de constructie wordt opgesteld.
Er is dus een precieze, en middels berekening aan te tonen, relatie tussen de belasting op de hoofddraag-constructie, de daarop te kiezen staalprofielafmetingen/diktes en de diktes van een brandwerende bekleding of de coatingwijze en de coatingdikte.
De dimensionering van de hoofddraagconstructie, de daarop uitgeoefende belastingen en de gewenste /vereiste mate van brandwerendheid bepalen dus uiteindelijk de toe te passen dikte van de bekleding of van de coating.
Bij toepassing van brandwerende coatingen is de voor- en eventueel vereiste nabehandeling van de te behandelen constructie uitermate belangrijk.
Voor brandwerende coatingen was de Nederlandse norm NEN 7878 van toepassing. Deze is echter per 31-12-2012 ingetrokken en vervangen door de Europese normserie 13381.
Een mogelijk nadeel van een brandwerende coating is, dat deze ook onderhouden moet worden en bij beschadiging (niet ondenkbeeldig bij bijvoorbeeld een pallet-opslagcontainer door schuren/stoten van heftrucksleden/pallets op stalen delen) direct moet worden bijgewerkt.
3. De ruimte-afsluitende bouwdelen moeten v.w.b. de brandwerendheid zijn getest volgens de norm NEN 6069 Versie 2005 normatieve Bijlage A of hoger (of volgens de Europese Norm EN 1364-1/13501-2)
Hierbij speelt ook mee dat de bevestigingswijze van b.v. brandwerende panelen op de (brandwerende) hoofddraagconstructie volgens beproefde detailleringen van de fabrikant wordt uitgevoerd. Dat behoeft geen nader betoog dat een bouwdeel dat enige mate van brandwerendheid moet opleveren nu eenmaal niet met een plastic of aluminium schroefje bevestigd zal kunnen worden.
4. De deuren van de PGS15 opslagvoorziening moeten zijn getest volgens de Europese norm EN 1364-1 en vervolgens zijn geclassificeerd naar de Europese norm EN 13501-2 als EI 1-60.
Voorstaande zegt afdoende en de toegepaste deurconstructie moet o.b.v. de afgelegde beproeving
volgens voornoemde norm geschikt zijn voor montage op een stalen hoofddragconstructie (die dus wederom berekend moet zijn v.w.b. de brandwerendheid als genoemd in punt 1 en 2).
Blind gaan op “beweringen” in een offerte is dus beslist niet afdoende ook al zou men dat “tegoedertrouw” wel moeten kunnen doen. Bij substantiële prijsverschillen tussen gelijksoortige producten van verschillende aanbieders is het zeker aan te bevelen dat men zich, alvorens een aankoop definitief te maken, zekerheid verschaft dat aan de voornoemde basiszaken ook daadwerkelijk wordt voldaan; vroeger of later moet men dit toch ook aan het bevoegd gezag en de verzekeringsmaatschappij kunnen aantonen.
Barneveld, 16 mei 2013
Onno de Gruijter
Adviseur.
(o.b.v. een stalen hoofddraagconstructie).
Uiteraard zijn er vele manieren om een opslagvoorziening brandwerend uit te voeren maar aan een viertal zeer basale en belangrijke punten dient altijd voldaan te worden.
1. Alle units moeten worden geleverd met een constructieve sterkteberekening volgens het Bouwbesluit.
Voor stalen hoofddraagconstructies geldt dan dat de berekening minimaal conform de onderstaande NEN-normen moet zijn uitgevoerd:
- NEN 6702 TGB 1990 Belasting en Vervormingen
- NEN 6770 TGB 1990 Staalconstructies
- NEN 6771 TGB 1990 Staal Stabiliteit
- NEN 6772 TGB 1990 Staal Verbindingen
2. De brandwerendheid van een stalen hoofddraagconstructie op het criterium “bezwijken” moet zijn bepaald volgens de NEN-norm 6072, de rekenkundige bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen, staal-constructies (of o.b.v. de relevante Eurocodes en Europese normen)
Hierbij dient in de berekening betrokken te zijn dat de stalen hoofddraagconstructie het gewicht van de daaraan bevestigde ruimte-afsluitende bouwdelen, bijvoorbeeld sandwichpanelen en/of deuren, ingeval van een brandbelasting “van binnenuit” én ingeval van een brandbelasting ‘van buitenaf” gedurende tenminste 60 minuten zal kunnen dragen en niet zal bezwijken.
Moet de hoofddraagconstructie ook het totale gewicht van de in opslag genomen pallets en/of IBC’s dragen, dan moet deze belasting ook in de berekening zijn meegenomen.
Een fabrikant kan om een bepaalde mate van brandwerendheid op het criterium “bezwijken” te behalen er voor kiezen om:
- een hoofddraagconstructie te overdiminsioneren,
- een hoofddraagconstructie van een brandwerende bekleding te voorzien , of
- een hoofddraagconstructie brandwerend te coating.
M.b.t. het brandwerend bekleden en/of het brandwerend coaten van een stalen hoofddraag-constructie geldt dat er en aantal zaken vooraf bekend en berekend dienen te zijn.
Dit zijn onder andere de toegepaste staalprofielen (per profiel kan de vereiste laagdikte van een bekleding of coating verschillen), het aantal zijden dat direct met de verwarmingsbron in aanraking kan komen en de omgeving c.q. situatie (belastingen!) waarin de constructie wordt opgesteld.
Er is dus een precieze, en middels berekening aan te tonen, relatie tussen de belasting op de hoofddraag-constructie, de daarop te kiezen staalprofielafmetingen/diktes en de diktes van een brandwerende bekleding of de coatingwijze en de coatingdikte.
De dimensionering van de hoofddraagconstructie, de daarop uitgeoefende belastingen en de gewenste /vereiste mate van brandwerendheid bepalen dus uiteindelijk de toe te passen dikte van de bekleding of van de coating.
Bij toepassing van brandwerende coatingen is de voor- en eventueel vereiste nabehandeling van de te behandelen constructie uitermate belangrijk.
Voor brandwerende coatingen was de Nederlandse norm NEN 7878 van toepassing. Deze is echter per 31-12-2012 ingetrokken en vervangen door de Europese normserie 13381.
Een mogelijk nadeel van een brandwerende coating is, dat deze ook onderhouden moet worden en bij beschadiging (niet ondenkbeeldig bij bijvoorbeeld een pallet-opslagcontainer door schuren/stoten van heftrucksleden/pallets op stalen delen) direct moet worden bijgewerkt.
3. De ruimte-afsluitende bouwdelen moeten v.w.b. de brandwerendheid zijn getest volgens de norm NEN 6069 Versie 2005 normatieve Bijlage A of hoger (of volgens de Europese Norm EN 1364-1/13501-2)
Hierbij speelt ook mee dat de bevestigingswijze van b.v. brandwerende panelen op de (brandwerende) hoofddraagconstructie volgens beproefde detailleringen van de fabrikant wordt uitgevoerd. Dat behoeft geen nader betoog dat een bouwdeel dat enige mate van brandwerendheid moet opleveren nu eenmaal niet met een plastic of aluminium schroefje bevestigd zal kunnen worden.
4. De deuren van de PGS15 opslagvoorziening moeten zijn getest volgens de Europese norm EN 1364-1 en vervolgens zijn geclassificeerd naar de Europese norm EN 13501-2 als EI 1-60.
Voorstaande zegt afdoende en de toegepaste deurconstructie moet o.b.v. de afgelegde beproeving
volgens voornoemde norm geschikt zijn voor montage op een stalen hoofddragconstructie (die dus wederom berekend moet zijn v.w.b. de brandwerendheid als genoemd in punt 1 en 2).
Blind gaan op “beweringen” in een offerte is dus beslist niet afdoende ook al zou men dat “tegoedertrouw” wel moeten kunnen doen. Bij substantiële prijsverschillen tussen gelijksoortige producten van verschillende aanbieders is het zeker aan te bevelen dat men zich, alvorens een aankoop definitief te maken, zekerheid verschaft dat aan de voornoemde basiszaken ook daadwerkelijk wordt voldaan; vroeger of later moet men dit toch ook aan het bevoegd gezag en de verzekeringsmaatschappij kunnen aantonen.
Barneveld, 16 mei 2013
Onno de Gruijter
Adviseur.